Bij de aanleg of vernieuwing van rioleringen is elke Vlaamse gemeente verplicht om regenwater en afvalwater van elkaar te scheiden. Afvalwater gaat naar de zuiveringsinstallatie, terwijl regenwater zoveel mogelijk ter plaatse moet infiltreren of kan worden hergebruikt.
Ons lokaal bestuur kiest er bewust voor om regenwater zo veel mogelijk in de bodem te laten doordringen. Waar er plaats is, gebeurt dat via wadi’s of open grachten, zoals in de Zolikenstraat en de Zagerijstraat/Lusthofstraat. Soms is er echter minder ruimte, zoals in de Kapelstraat. Daar wordt het regenwater ondergronds opgevangen in speciale infiltratiebuizen. Schotten in die buizen zorgen ervoor dat het water enkel bij hevige of langdurige regen naar grachten en beken stroomt. Zo krijgt het regenwater zo lang mogelijk de kans om in de bodem te dringen.
Ook woningen moeten afkoppelen
In straten waar een gescheiden riolering is aangelegd, zijn de inwoners verplicht het regenwater en het afvalwater gescheiden naar openbare riolering te voeren. Ze worden daarbij maximaal ondersteund door de gemeente.
Een afkoppelingsdeskundige komt langs, maakt samen met de bewoners een plan op en zorgt voor de goedkeuring. De werken worden daarna uitgevoerd door de aannemer van de gemeente, in overleg met de bewoners. Wie liever zelf de werken uitvoert, kan rekenen op een ruime gemeentelijke subsidie.
Waarom dit allemaal zo belangrijk is? Door onverdund afvalwater naar de zuiveringsstations te sturen, werken die efficiënter en we gaan droogte te lijf door hemelwater in de bodem vast te houden. Bovendien wordt het rioleringsstelsel minder belast, waardoor de kans op wateroverlast en overstroming sterk vermindert.
